Gemeenten verzamelen teveel persoonsgegevens bij uitvoering Wmo en Jeugdwet
De Autoriteit Persoonsgegevens bekritiseerde de activiteiten van gemeenten op het gebied van Wmo en jeugdzorg. De Autoriteit maakte bekend dat de gemeenten zonder grondslag gevoelige persoonsgegevens verzamelden. De gemeenten werden gemaand hun gedrag aan te passen.
Op het gebied van cybersecurity kan het bij de overheid ook mis gaan, zoals de navolgende voorbeelden leren.
Op 30 oktober jl. kondigde de Autoriteit Persoonsgegevens aan dat aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een last onder dwangsom is opgelegd. De last houdt in dat de UWV het beveiligingsniveau van het werkgeversportaal op voldoende niveau moet brengen. Als de UWV niet aan die last voldoet, verbeurt het UWV een dwangsom van 150.000 euro per maand met een maximum van 900.000 euro.
Ook de politie moet zich aan de AVG houden. Op 20 september 2018 maakte de Autoriteit Persoonsgegevens bekend dat de politie onvoldoende heeft geregeld dat persoonsgegevens op ‘need-to-know’ basis toegankelijk zijn voor medewerkers. De Autoriteit heeft de last opgelegd dat de politie beter moet controleren wie bepaalde gegevens gebruikt of inziet, zodat onbevoegden niet aan de haal kunnen gaan met bepaalde informatie. Deze last is door de politie niet nagekomen, zodat een dwangsom verschuldigd is geworden.
Binnen de not-for-profit zijn vele organisaties die grote hoeveelheden persoonsgegevens verwerken.
Dergelijke organisaties zijn onder meer te vinden in de zorg en in het onderwijs. Zie over de zorg en het onderwijs een aparte pagina/rubriek op deze site. Voor deze sectoren geldt dat daarin zowel overheidsorganisaties als private ondernemingen actief zijn.
De not-for-profit sector omvat een ruime groep organisaties, waarvan sommige gesubsidieerd zijn (zoals musea en culturele instellingen). Er zijn ook organisaties die functioneren op basis van privaat geld, donaties en lidmaatschapsbijdragen.
Voor de not-for-profit geldt de AVG en dat betekent dat iedere not-for-profit organisatie zichzelf de vraag moet stellen of er een grondslag is voor de verwerking van persoonsgegevens.
Stichting Museumkaart is een stichting die wordt gefinancieerd door de mensen die een museumkaart aanschaffen. Deze stichting zal moeten toetsen of er een grondslag is in de AVG voor de door hen gevraagde persoonsgegevens.
In de privacystatement die wij in november 2018 lazen staat dat de stichting de bezoeken aan musea registreert, omdat het museum een vergoeding ontvangt gebaseerd op het aantal museumkaart bezoekers.
Het is daarbij natuurlijk de vraag of het nodig is dat die museumbezoeken per kaart worden gepersonaliseerd. De vergoeding voor het museum kan ten slotte ook worden vastgesteld, zonder dat bekend is welke museumkaarthouders het museum bezocht hebben.
De stichting van dit voorbeeld is in november 2018 in het nieuws gekomen, omdat de Belastingdienst wilde weten of een bepaalde belastingplichtige in een bepaalde periode in Nederland musea heeft bezocht met zijn/haar museumkaart. Hoewel Stichting Museumkaart bezwaar maakte, veroordeelde de kort geding rechter in Den Haag de stichting tot verstrekking van de gegevens.
Stichting Museumkaart moet gegevens over het museumbezoek van een van haar kaarthouders aan de Belastingdienst overhandigen. De kortgedingrechter oordeelt dat het belang van het privé houden van de gegevens moet wijken voor het algemeen belang van een correcte belastingheffing.
Het betreft hier geen ‘fishing expedition’ maar een verzoek inzake een specifieke kaarthouder.
Meer informatie in het vonnis.